Alcohol in stadions is niet alleen het probleem. Er moet ook gekeken worden naar het drugsgebruik

De wedstrijd tegen NEC wordt gestaakt Foto: ANP
De wc’s achter de Noordtribune zijn de hele wedstrijd volop in gebruik. Niet door lui die onmeunig moeten pissen omdat ze liters bier wegtikken. Ook niet omdat een buikvirus rondwaart onder supporters, noch omdat iedereen spontaan knetterverkouden is. Hoewel dat wel zo klinkt als je nietsvermoedend de wc-ruimte inloopt. Achter elke gesloten deur klinkt gesnuif. Rondom de pisbakken is het beeld niet anders. Het is elke minuut van de wedstrijd druk met komen en gaan van mensen die eem een sleuteltje poeder legen of elkaar wat kabouterpost overhandigen. Dat gaat in elk stadion zo.
Tadaaaaa
Ik heb niks tegen drugs. Integendeel. Ik rook regelmatig een jointje. Slobber graag een biertje of rummetje in de kroeg of op de tribune. En een paar keer per jaar snoep ik een paar kwartjes XTC. Maar dat gaat allemaal wel met mate en het zorgt er niet voor dat ik ontoerekeningsvatbaar wordt. Hoe anders is dat in het stadion, waar testosteron en adrenaline sowieso al welig tieren. Waar menigeen emotioneel door de collectieve gekte al aan de max zit. Daar kunnen een paar snuifjes, zeker in combinatie met ladingen drank, net het verschil maken tussen wel of niet een beker gooien. Tussen wel of niet een aansteker werpen.
Voetbal wint veel meer als het drugsgebruik wordt ingedamd dan wanneer de biertjes van goedwillende supporters, die daar prima mee kunnen omgaan, worden afgepakt. Dat geldt trouwens ook voor het uitgaansleven. Zelfs in normale en bruine kroegen wordt de wc tegenwoordig vaker gebruikt om te snuiven dan te pissen. Als je je afvraagt waar dat excessieve geweld in de maatschappij sinds corona vandaan komt: zoek daar het antwoord. Een snuifje is niet erg. Maar combineer het met te veel drank, collectieve emotie en haantjesgedrag gemengd met kuddegedrag en tadaaaa.