André vrolijkt Stad nooit meer op. Op het ziekbed speelt hij dankbaar de laatste melodietjes
Foto gemaakt door Joram Krol. Zie onderaan het artikel de complete foto
André is een geliefd man. In alle jaren dat hij op zijn veste plekje zit, heeft hij een enorm netwerk opgebouwd met allemaal mensen die hij liefheeft en die hem koesteren en de wereld of in ieder geval een euro gunnen. Vroeger hielp hij de marktkooplui met de opbouw en was hij er dagelijks te vinden. De laatste tijd is hij er alleen nog maar op zaterdag, de drukste dag.
Van Lauwerszee tot Dollard tou!
Wat niet verandert, is de mondharmonica. Moe, bekaf, futloos dut niks, de mondharmonica gaat mee. Beetje zitten, mensen kijken, harmonica spelen en het publiek vermaken in de hoop dat ze een stuiver of meer achterlaten in het fietszadeldekje dat voor hem ligt. Niet om te bedelen, André heeft een straatmuzikantvergunning en wil niet alleen maar de hand ophouden.
Met de politie heeft hij nooit gedonder. Hij zorgt ervoor dat hij regelmatig op de harmonica blaast zoals de vergunning voorschrijft. Of dat nou zaterdag overdag op de Vismarkt is of ‘s nachts in het uitgaanscentrum, waar André ook geliefd is. Complete generaties hebben knetterlam en uit volle borst het Grunnens laid met hem mee gelald op de Grote Markt. André hoort bij de Groninger nacht net zoals de onbeperkte sluitingstijden.
De dunne rand met de goot
Als het leven tegenzit, kan iedereen op straat belanden. In zijn jeugd heeft André een valse start gemaakt, zie het dan maar weer op de rails te krijgen. Zijn vader verongelukt op oudjaarsnacht als André zeven is en zijn moeder overlijdt na een ziekbed op zijn veertiende. Hij komt in een tehuis terecht, ziet wat pleeggezinnen en gaat uiteindelijk het leger in. Vlot daarna wordt hij uitgezonden naar Libanon.
Van PTSS heeft bij thuiskomst nog niemand gehoord. Geen nazorg, geen omkijken. Je gaat maar gewoon weer verder met je leven, is de opvatting. En dat doet André. Werken bij Vera achter de bar. Een keer naar vrienden in Duitsland en dan bij de grens worden gepakt met wiet. Zes jaar Duitse gevangenis.
Wageningen
Een betere tijd heeft André nadien in Wageningen. Bij de corporale lokale studentenrekening verricht hij alle mogelijke hand- en spandiensten. Zijn mening doet ertoe. Hij voelt zich goed en gewaardeerd. Maar Groningen blijft Groningen en blijft dus lonken. André zwicht, keert terug naar Stad en probeert via maatschappelijk werk een eigen huisje te krijgen. Dat gaat met wisselend succes. Het ene moment heeft hij een huisje, dan moet hij er weer uit. Die geschiedenis blijft zich herhalen, André belandt regelmatig op straat, slaapt buiten en wint het hart van Stad op de hoek van de Vismarkt.
Werknemers van de Appie Korenbeurs brengen hem koffie met broodjes. Vers fruit krijgt hij van de marktbezoekers, die hartelijk worden bedankt voor de vitamientjes. Half Stad komt langs voor een praatje. Altijd goed, want André heeft een mening over allerlei onderwerpen en anders is er altijd de mondharmonica. Niet dat er enige melodie in zijn geblaas valt te herkennen, maar dat geeft niet. Veel mensen steken hem wat toe, kleingeld of een briefje. Soms bromt hij op lage toon een paar regels mee.
Longkanker
Helaas is André al een tijd niet meer op de Vismarkt geweest. Zijn knieën worden slechter. Opstaan gaat steeds lastiger. En precies op het moment dat hem ter ore komt dat hij weer zijn huisje uit moet, krijgt hij ook te horen dat hij longkanker heeft. Ongeneeslijk ziek. Niks meer aan te doen.
Een vriendin heeft hem in huis genomen. Daar ligt hij nu lekker in bed. Geen mondharmonica meer, geen markt meer. Het buitenleven is voorbij en de ziekte gaat winnen. Maar André is er nog en stuurt u allen de groeten. Hij bedankt Stadjers, studenten, Ommelanders en buitenlui nog een keer voor alles wat hem is gegund en speelt tot de laatste kracht een melodietje. Met de ogen dicht is het net de Vismarkt in plaats van het ziekbed.
Lieve woordjes voor André
Mensen die André een berichtje willen sturen, kunnen dit richten aan Annemarie van der Vegt, de geestelijk verzorger van de daklozenopvang Open Hof. Dat kan per e-mail onder vermelding van ‘Post voor André’ naar a.van.der.vegt@openhof.org . Of fysiek naar:
Open Hof, t.a.v. verzorger Annemarie van der Vegt
Spilsluizen 5
9712 NR Groningen
Met dank aan Joram Krol voor de foto. Volg die man op Insta voor meer rauwe portretten uit Stad