Illegale afval-dumper aan het woord: "Maakt dat nou uit, morgen halen ze het toch op"

Zooi rondom de containers aan de Van Oldenbarneveltlaan

Zooi rondom de containers aan de Van Oldenbarneveltlaan

Op de hoek van de Van Oldenbarneveltlaan lijkt het rondom de ondergrondse vuilcontainers vaak een openbare vuilstort. Daar schrijven we regelmatig over, omdat het ronduit asociaal is. Gisteravond zien we voor het eerst echt een dumper in actie.

Op zijn dooie gemakje komt de man van middelbare leeftijd met een boodschappenkar vol troep aangewaggeld. In de kar liggen rollen schmutzig tapijt van een meter lang en minstens een halve meter doorsnede, restanten van stoelen en plastic tassen vol zooi. Dat past nooit in de containers.

„Gemeente ruimt het toch wel op”

Maar dat deert meneer niet. Rustig begint hij zijn kar uit te laden. Het zitvlak van de stoel wordt tussen de andere zooi, die om de containers heen ligt, gegooid. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Een buurtbewoner en ik aanschouwen het tafereel met enige verbazing, maar ook dat boeit niet.

Hij stopt er pas mee als ‘ie wordt aangesproken waarom hij dat grofvuil daar in de woonwijk dumpt. „Hoezo, dat doet toch iedereen”, is zijn eerste reactie. Gevolgd door: „De gemeente ruimt het morgen toch wel op.”

Geen excuus

Maar het is niet de bedoeling om grofvuil daar te dumpen. Buren hebben er last van. Het trekt ongedierte en nog meer vuil aan. De verloedering van de buurt heeft rechtstreeks te maken met de ophopende bulten zooi rondom de containers. „Ik dump toch ook geen zooi in jouw tuin omdat je het toch wel opruimt?”, vraag ik.

Daar heeft meneer niet van terug. Enigszins vertwijfeld vraagt hij waar het spul dan naartoe moet. Nou, misschien gewoon naar de stortplaats. Mag je als Stadjer vier keer per jaar gratis grofvuil naartoe brengen. En als je geen auto hebt, kun je een bakfiets lenen of een beroep doen op Handig in de Buurt. Er is geen enkel excuus om het zomaar te dumpen en de maatschappij op te zadelen met jouw zooi.

Na het korte gesprekje is meneer het daar eigenlijk wel mee eens. In plaats van zijn kar legen, loopt hij door. Om ‘s avonds kennelijk terug te keren. Want de volgende ochtend lagen de enorme rollen tapijt gewoon tussen de andere meuk.