Sam (23) voelt zich noch man noch vrouw: "Soms slaan studenten hun ogen neer, en lopen ze snel door als ze ons zien"

Sam Broer.

Sam Broer.

Transgender-personen hebben nog elke dag te maken met discriminatie. Vandaag, op Transgender Day of Visibility, vragen zij daar aandacht voor. Stadjer Sam Broer (23) worstelt al sinds de middelbare school met gender en vertelt hier openhartig over.

Genderinclusieve toiletten, televisieseries waar non-binaire personages een grote rol spelen (Oogappels), of films met acteurs die zélf non-binair zijn (Thorn de Vries in ANNE+, Elliot Page in The Umbrella Academy). Langzaam wordt het in onze maatschappij duidelijk dat niet iedereen in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’ kan worden geplaatst. Toch wordt het nog lang niet overal geaccepteerd, en hebben transgender personen nog elke dag met discriminatie te maken.

Sam Broer (23) uit Stad weet daar alles van. De voorzitter van LGBT studentenvereniging Ganymedes staat vrijdag op de Grote Markt te speechen, tijdens Transgender Day of Visibility. Een dag om mensen bewust te maken van de discriminatie waar transgender mensen wereldwijd mee te maken hebben.

Ook in Groningen, helaas.

Regelmatig te maken met kwetsend gedrag

Het gebeurde laatst nog, vertelt Sam. „Ik was op de opening van een Queer tentoonstelling in Der Aa-kerk. Buiten, bij de Brugstraat in de buurt, stond een groepje jongens dat naar mij wees. Ze moesten lachen. En een van de jongens maakte een foto van mij.” Stilte. „Dat voelde erg onprettig.”

Soms gaat het subtieler, maar dat doet niet minder pijn. In de KEI-week bijvoorbeeld, als Sam met een stand van Ganymedes op de Vismarkt staat. „Als sommige studenten ons zien slaan ze hun ogen neer en lopen ze snel door. Zo van: daar wil ik niet bijhoren. Dat komt hard binnen.”

‘Ik voel mij geen vrouw, maar ook geen man’

Sam, die opgroeide op het Groninger platteland, worstelt al met gender vanaf de middelbare school. „Op de middelbare school kwam ik er ineens achter dat ik niet in een hokje pas. Daar begreep ik ineens dat ik anders was, dat ik make-up hoorde te dragen en mij daar fijn bij hoorde te voelen. Toen dacht ik ineens: huh, ben ik een vrouw? Waarom voel ik mij dan niet zo? Wat is een vrouw? En waarom kan ik mij daar niet in vinden?” Tegelijkertijd voelt Sam zich ook geen man.

Wat is Sam dan wel, hoor ik u denken. Want oh wat willen we hen graag in een hokje stoppen. „Wat ik gemeen heb met transgender personen, is dat ik mij niet thuis voel in mijn eigen lichaam. En wat ik gemeen heb met non-binaire mensen, is dat ik mij geen man en geen vrouw voel. Ik kan mij dus vinden in de termen trans en non-binair, maar ik vind het nog te definitief om te zeggen dat ik dat ook bén. Ik ben nog steeds zoekende.”

Een jeukend gevoel in mijn brein: dit klopt niet

Je kunt je voorstellen dat zo’n voortdurende zoektocht naar jezelf slopend is. Dat ‘wij’, de maatschappij, deze groep mensen nog maar weinig tegemoet komen, helpt niet mee. Neem de manier waarop Sam door ‘ons’ wordt aangesproken. „Veel mensen noemen mij ‘haar’ of ‘zij’ of ‘mevrouw’. Want op basis van mijn uiterlijk, vinden ze mij een vrouw.” Maar Sam vóelt zich geen vrouw. „Ik heb dan zo’n jeukend gevoel in mijn brein van: dit klopt niet. Maar als transpersoon moet je er maar gewoon mee dealen. Heel vermoeiend.”

Aannames en vooroordelen

Mensen doen aannames en zitten vol vooroordelen, is Sams ervaring. Dat snapt die wel, maar dat betekent niet dat het niet kan veranderen. „Het gaat erom dat we er stil bij staan dat we veel aannames doen, en vooroordelen hebben. Dat we naar elkaar luisteren, en dat we elkaar tegemoet treden.”

Zo wordt Sam veel liever aangesproken met ‘die’ of ‘diens’. Vandaar dat je die voornaamwoorden ook al een paar keer hebt zien terugkomen in dit artikel. „Ik hoor dat liever omdat het neutraal is. Ja, het is even wennen. Maar je kunt het oefenen.” En het is waar: zo moeilijk was het niet om dit aan te passen.

Geef transpersonen ruimte

Het liefst ziet Sam dat ‘wij’ transpersonen nog wat vaker tegemoet komen. Dat kan door je te introduceren met voornaamwoorden: ‘Hoi, ik ben Annechientje. En ik gebruik zij/haar.’ Waarom? „Zo voelen transmensen ook de ruimte hun voornaamwoorden te zeggen”, legt Sam uit. „Ik denk dat we alleen zo een verandering teweeg brengen in de maatschappij, want als je het weer bij de transpersonen neerlegt, dan blijft het hun ding.”

Bovendien heeft deze groep nog vaak met schaamte te maken. Zij vinden het supermoeilijk mensen ‘tot last te zijn’. Want zo wordt het toch vaak gezien, weet Sam. Als iets lastigs. Iets ingewikkelds.

Merendeel heeft gendervraagstukken

Bij Ganymedes lopen momenteel 150 mensen rond. Zij studeren allemaal in Groningen. „Vroeger waren het alleen lesbiennes en homos, en daar kwamen langzaam transmensen bij. Nu zien we dat het merendeel met gendervraagstukken rondloopt. Dat vind ik mooi om te zien.”

Wel benadrukt Sam dat iedereen het weer anders beleeft. „Sommige mensen zijn bijvoorbeeld als vrouw geboren, maar voelen zich man en andersom. Daar zijn de kaders duidelijker. Anderen voelen zich geen man, geen vrouw, maar iets daartussen of juist daarbuiten. Dat is wat dat betreft ingewikkelder.”

Van acceptatie naar begrip

De Transgender Day of Visibility is volgens Sam erg belangrijk, zodat mensen in Groningen (en daarbuiten) zien hoe divers de transgendergemeenschap is. „We willen laten zien wie we zijn, en dat we niet eng zijn. We willen dat mensen luisteren. En uiteindelijk willen we acceptatie. Want acceptatie brengt je naar begrip.”

Wil je de transgemeenschap in Groningen een hart onder de riem steken? Kom vanmiddag naar hun manifestatie op de Grote Markt! Die begint om 16:00 uur.