Video | Tilburgse student verliest weddenschap en moet naar Grunn treinen en onderweg krat bier leegadten

Moet adten naar Groningen

Zomaar een donderdagmiddag op het Hoofdstation in Stad. Om 18:15 uur rolt de trein uit Zwolle binnen. Eén voor één stappen de reizigers uit op perron 7 en lopen richting stationshal. Op één na. Die loopt niet. Die zwalkt. Het is de Tilburgse student Noë, die er net een treinreis van bijna vier uur op heeft zitten. Gelukkig vergezeld door 24 goede vrienden. De flesjes bier in een kratje.

“Hé, Noë,” roep ik over het perron. De twintigjarige jongeman schrikt zich helemaal de apepokken. “Hoe weet je wie ik ben? En wie ben jij?” Ik stel voor even een rustig plekje op te zoeken. “Ik moet eerst pissen,” aldus de student. Logisch. Hij heeft al iets meer dan de helft van het krat, verpakt in een grote sporttas, op. Weet ik allemaal, omdat de huisgenoten van Noë mij de hele middag op de hoogte hebben gehouden.

Hallucinant

Na de plaspauze zoeken we een plekje op het stadsbalkon. Even frisse lucht. Noë heeft een weddenschap verloren en is daarom door zijn studentenhuis op de trein naar Groningen gezet. Met een krat bier. Hij heeft tot Groningen om die op te krijgen. Dat lukt uiteraard niet, al is hij goed op weg. Twee mannen die naast Noë lopen hebben hem in de trein stiekem geholpen. Voor een klein uur was het drietal even vrienden voor het leven.

Wat op het stadsbalkon volgt laat zich het beste omschrijven als een hallucinant gesprek. Terwijl de laatste zonnestralen wegzakken achter het Groninger museum vertelt de student open over zijn leven. Drie keer vraagt hij aan mij wie ik ben en of ik echt journalist ben. En hoe ik ook alweer heet. En waar ik vandaan kom. En hoe ik hem ken. Ik kan me voorstellen dat het voor Noë net zo’n raar gesprek is als voor mij.

‘Het heeft allemaal een doel’

Ik vertel over mijn leven en hij over zijn studentenwereldje. “Er zijn misschien mensen van buitenaf die hier wat van vinden, maar ik heb zoveel geleerd. Ook vandaag weer. Kijk ons nu eens hier zitten. Het heeft allemaal een doel.” Misschien is dat het inderdaad. Een half uur kletsen we over zijn studie, die hij helemaal verkeerd gekozen heeft, en over studenten. “Je zal wel een hekel hebben aan Vindicat,” zegt Noë.

Als ik zeg dat dat helemaal niet zo is moet ik uitleggen waarom. In een minuut of dertig nemen we nogal wat afslagen. Hij heeft tien bier op en ik een glas melk en drie koffie. En toch heeft de geboren Utrechter een boodschap. “Ik snap niet dat wanneer mensen ambitie hebben anderen dat tegenhouden.” En zo volgen nog meer one-liners.

Nog een biertje

Ik geef Noë mijn nummer voor als hij nog hulp nodig heeft. Vandaag of in de toekomst. Ik adviseer hem wat te gaan eten. “Ik denk dat ik nog even een biertje drink.” Ook goed. Moet je zelf weten jongen. Thuisgekomen probeer ik het gesprek terug te halen, maar het was te warrig om alle details op te schrijven. Tijd voor een biertje. In de geest van Noë.